ProWein 2024

Een rondje langs de velden

ProWein 2024

Door Ward Boltong  |  vrijdag 15 maart 2024  |  Categorie: Events

Zondag 10 maart was (een deel van) ons team aanwezig in de Düsseldorfer Messe voor de gezelligste wijnbeurs van onze oosterburen. Een mooie kans om nieuwe producenten te leren kennen, maar ook een uitgelezen mogelijkheid om bij de bekende producenten te inventariseren hoe de meest recente oogst (2023) verliep, en natuurlijk of we nieuwe wijnen aan ons al bestaande assortiment toe kunnen voegen. We gingen op bezoek bij een vijftal bekenden: Monchiero Carbone, Dr. Wehrheim, Gaia, A-Wines (distributeur van o.a. Raúl Pérez) en sloten af bij Olim Bauda.

Monchiero Carbone

Hal 16, stand H97. Om 11 uur 30 (stipt) werden wij ontvangen door Lucrezia Scarsi, exportmanager van Monchiero Carbone en echtgenote van wijnmaker Francesco Monchiero. Monchiero Carbone ligt in Roero, ten noorden van Barolo, aan de “andere kant” (lees: de niet-Barolo en niet-Barbaresco-kant) van de Tanaro. Roero staat bekend om zijn witte wijnen van het autochtone druivenras arneis, waar we maar liefst 3 verschillende wijnen van proefden: de basis Roero Arneis genaamd Recit, de sur lie-gerijpte Roero Arneis genaamd Cecu, en de Roero Arneis Riserva genaamd Renesio Incisa. De Riserva heeft een jaar gerijpt vóór de botteling (deels hout, grotendeels RVS), en rijpt vervolgens nog twee jaar op fles voordat hij op de markt komt. Fantastische wijn, mooi rijp met aroma’s van gedroogd fruit en een lange, aanhoudende smaak. Het rijpingspotentieel van arneis is wellicht nog niet zo bekend als van bijvoorbeeld riesling en/of chenin blanc, maar heeft wat ons betreft behoorlijk veel potentie.

Uiteraard werd er ook rood geproefd (we zijn in de Piemonte, after all) waarbij de Pelisa Barbera d’Alba en Regret Nebbiolo achter elkaar geproefd werden, maar het daarna wat serieuzer werd: de Srü Roero Nebbiolo, de Printi Roero Nebbiolo Riserva en als kers op de taart de MonBirone Barbera d’Alba. Die laatste was werkelijk subliem: perfect rijp, een explosie aan donker fruit en een zijdezachte afdronk. Een Nizza-achtige stijl, maar met zachtere tannine en een minder alcohol. We bedankten Lucrezia en liepen van hal 16 naar hal 1 waar Franz Wehrheim ons verwelkomde.

Dr. Wehrheim

Hal 1, stand A120. When in Germany… Uiteraard konden we ProWein niet bezoeken zonder het een en ander aan Duits te proeven. Een uitgelezen kans om nieuwe producenten en/of regio’s te ontdekken (ins ons geval VDP-producent Max Müller I uit Franken), maar een half uurtje bij Franz en vader Karl-Heinz Wehrheim is altijd de moeite waard. De specialiteiten van Weingut Dr. Wehrheim zijn weissburgunder en spätburgunder (goed Duits voor pinot blanc en pinot noir), en die werden dan ook uitgebreid geproefd. De flight aan weissburgunders verliep volgens de kwaliteitspiramide van de VDP: we begonnen met de Gutswein Buntstück Weissburgunder (al geruime tijd een prijs-kwaliteit favoriet van het team) en eindigden via een aantal tussenstops bij hun belangrijkste wijn (volgens Franz) de Grosses Gewächs Mandelberg Weissburgunder. Rijk en geconcentreerd maar met een knap behouden frisheid en elegantie; een schoolvoorbeeld van de enorme potentie die de Duitse Burgunder-wijnen momenteel bezitten.

Via de Gutswein chardonnay en de Erste Lage Rosenberg chardonnay (beide werkelijk fantastisch, maar nog niet verkrijgbaar in Nederland) belandden we bij spätburgunder. Ook hier de gebruikelijke volgorde van Gutswein naar Grosses Gewächs. We begonnen met de altijd plezierige instap-spätburgunder van Dr. Wehrheim (deze maand in de aanbieding!) en eindigden bij de Grosses Gewächs Im Sonnenstein die menig Bourgogne Grand Cru het nakijken geeft. Conclusie: ook Duits rood is momenteel prijs-kwaliteit werkelijk waanzinnig. We bedankten Franz en zochten mediterrane sferen op in hal 12.

Gaia

Hal 12, stand E70. Eigenaar Leon Karatsalos en zijn beide dochters heetten ons welkom. Gaia Wines bezit wijngaarden op Santorini en in Nemea, en dus kregen we uit beide streken de verschillende wijnen te proeven. Hun range is behoorlijk uitgebreid, dus we beperkten ons tot wit en rosé (hier zal ongetwijfeld mee hebben gespeeld dat we vlak hiervoor een tussenstop maakten bij twee producenten uit Carnuntum waar we een twintigtal rode wijnen van blaufränkisch en/of zweigelt hebben geproefd). Uit Nemea proefden we de instapwijn Notios, de Monograph Moschofilero en de Monograph Assyrtiko. Het blijft knap om te zien dat er in een dusdanig warm gebied zulke spanning en frisheid behouden kan blijven, en dat voor 10 (Notios) tot 15 (Monograph) euro per fles. Vervolgens werden de beide Wild Ferment wijnen naast elkaar geproefd: Moschofilero uit Nemea tegenover Assyrtiko uit Santorini. Beide fantastisch, met een lichte voorkeur voor de Assyrtiko (inmiddels ook een staff-favorite).

Vervolgens werd het tijd voor de Santorini-wijnen: achtereenvolgens proefden we Thalassitis (100% assyrtiko), de Thalassitis Cellar Aged (dezelfde wijn maar dan twee jaar langer gerijpt op fles voordat hij op de markt komt), de Clay Assyrtiko Orange Wine (een van de beter oranje-wijnen die ik ooit heb geproefd, waarschijnlijk vanwege het niet-oxidatieve karakter) en als klap op de vuurpijl de meest prestigieuze wijn van Gaia: de Ammonite Assyrtiko. Allemaal stuk voor stuk topkwaliteit: niet voor niets wordt Gaia al jaren gezien als een van de topproducenten uit Griekenland, en de wereldwijde interesse in vulkanische wijnen zal deze producent alleen maar meer op de kaart zetten de komende tijd.

A-Wines

Hal 9, stand F67. De naam A-Wines zal niet snel een belletje doen rinkelen, maar hun belangrijkste producent ongetwijfeld wel: Raúl Pérez. Raúl zelf was niet aanwezig, maar exportmanager Stéphane Rebollo wist ons dan ook te vertellen dat Raúl niet alleen zelf wijn maakt, maar ook nog zo’n 120 andere bedrijven consulteert en bij een aanzienlijk deel van hen helpt bij de vinificatie. We begonnen met wat onbekende producenten uit Tenerife en Navarra (deze organisatie is dan ook gespecialiseerd in wijnen uit Spanje en Portugal), alvorens we aan de wijnen van Raúl Pérez begonnen. We werkten uiteraard van wit naar rood, en dus begonnen we bij de nieuwe oogst Ultreia Godello. Een publiekslieveling die andermaal de kundigheid van Pérez bevestigt, en al helemaal als je bedenkt dat dit fantastische glas nog geen 25 euro kost. Grote broer La Del Vivo (eveneens 100% godello) is zowaar nog een stapje hoger, en is van absolute wereldklasse voor nog geen 30 piek.

Over naar rood: ook hier was de Ultreia (Saint Jacques; 100% mencía) het startpunt, met daarna La Vitoriana en El Rapolao in ons glas. Van de gehele Vizcaína-lijn blijft mijn persoonlijke favoriet La Vitoriana (dat is dan ook de reden dat hij werd ingeschonken, op mijn verzoek): een prachtige wijn die structuur, sappigheid, frisheid en lengte perfect samenbrengt. De Rapolao was aanzienlijk steviger, maar daardoor wellicht wel interessanter om weg te leggen. Al met al een fijne kennismaking met Stéphane en een kans om de wijnen van Raúl Pérez te proeven laten wij natuurlijk niet zomaar liggen (datzelfde geldt overigens voor Perswijn die hem benoemde tot Wijnmaker van het Jaar 2023). De tijd vliegt als je goede wijn proeft, dus we hadden nog net genoeg tijd voor één bezoekje, en besloten te eindigen waar we mee begonnen…

Olim Bauda

Hal 16, stand K55. Tijdens de vorige editie van ProWein (2023) was ons team behoorlijk onder de indruk van de wijnen van dit Piemontese huis, en dus vroegen we ons af of ook de nieuwe oogst even hoge ogen gooide. We werden ontvangen door Elisabetta Bossi, brand manager en nichtje van (mede-)eigenaar Gianni Bertolino. Waar Monchiero Carbone gespecialiseerd is in Barbera d’Alba, ligt de kracht van Olim Bauda juist in dat andere top-dorp voor wijn van barbera: Asti. We begonnen met de Gavi, en gingen toen eigenlijk al snel aan de slag met rood. Als eerste een relatief onbekend druivenras dat het uitstekend doet in deze regio: grignolino. De gelijkenissen met nebbiolo waren duidelijk vanwege de lichte kleur, florale aroma’s en stevige tannine.

Daarna werd het tijd voor de belangrijkste druif voor de wijnen van Olim Bauda: barbera. Om te beginnen werd de instap-barbera La Villa bij ons ingeschonken. Dit blijft een heerlijke wijn: multi-inzetbaar, smaakvol en geconcentreerd maar ook licht gekoeld zeer aantrekkelijk vanwege de soepele tannine. Ook een van mijn persoonlijke favorieten Le Rocchette werd ingeschonken: krachtiger, rijker en een stuk gestructureerder dan La Villa, maar ook hier zijdezachte tannine en dat voor nog geen 25 euro. Wel had ik als kanttekening dat het alcoholpercentage (flink) hoger leek dan de 2019 die wij nu nog op voorraad hebben, en dat bleek te kloppen: 2020 bevat maar liefst 15,5% alcohol in vergelijking met de 14,5% van 2019. Jammer, maar ik vrees onvermijdelijk in het kader van klimaatopwarming. Uiteraard konden de Nizza-wijnen niet ontbreken: de Nizza Riserva en de Nizza Riserva Bauda (die niet elk jaar wordt geproduceerd, enkel in de beste jaren) lieten een onuitwisbare indruk achter. Dit is Italiaans rood zoals je dat verwacht: een krachtpatser waar je u tegen zegt.

Als palate-cleanser proefden we nog een bodempje Moscato d’Asti (een van de betere die ik tot nu toe heb geproefd), voordat we ook van Elisabetta afscheid namen en richting Ausgang Ost liepen om via een kort maar vullend diner bij Zum Schlüssel de trein van 19 uur 38 te pakken richting Den Haag. Bis nächsten Jahr, Düsseldorf.

Even geduld a.u.b.