From Our Men in Japan (deel 1)

Van Schiphol tot Nagano

From Our Men in Japan (deel 1)

Door Ward Boltong  |  vrijdag 28 maart 2025  |  Categorie: Sake

1日目 (Dag 1)

“11:00 uur in de Cypresstraat?” Vrijdagochtend 7 maart zette onze collega Tobias ons (Marius, Luuk en yours truly) af op Schiphol, waar wij om 14:25 uur zouden vertrekken richting Narita Airport, Tokyo. Terminal 2, gate 3: dat kon of heel dichtbij zijn, of heel ver weg. Eerstgenoemde was het geval, en ook de security verliep snel en soepel. Genoeg tijd om nog even iets te lunchen, om vervolgens bijna 14 uur in rij 18 stoel J te mogen zitten. Luuk ging voor McDonalds; ik volgde Marius naar de Amsterdam Bread Company voor een broodje carpaccio waar het gemiddelde Nederlandse uurloon niet tegen op kan.

“Hoe vliegen we eigenlijk? We kunnen niet over Rusland, toch?” Ik weet niet meer wie van ons dit vroeg, maar hij had gelijk: we vlogen onder Rusland door. Noem vijf willekeurige landen eindigend op ‘-stan’, en de kans is groot dat we daar overheen zijn gevlogen. Het tijdsverschil met Japan bedraagt 8 uur, wat betekent dat als je rond zaterdagochtend 11:45 uur lokale tijd landt (zoals wij), het voor je gevoel nog 3:45 ’s ochtends is. Dat is dan ook precies hoe Luuk en ik ons voelden (Marius kreeg het voor elkaar om in het vliegtuig een kleine 6 uur slaap te pakken). Dat mocht de pret natuurlijk niet drukken, want we waren er: goodmorning Tokyo!


In de taxi naar Tokyo: Marius met een opgewekte blik, Luuk en ondergetekende met ietwat kleinere oogjes..

Inchecken in het hotel kon vanaf 15:00 uur, en dus hadden we wat tijd te doden. Dat kwam op zich goed uit, want we hadden trek. Tijdens de wandeling van ons hotel naar de dichtstbijzijnde willekeurige izakaya (letterlijk vertaald een sake winkel, maar praktisch gezien een eethuis/bistro, vergelijkbaar met de Indonesische warung) viel op dat het akelig schoon was voor een stad met 35 miljoen mensen: werkelijk geen enkel leeg flesje, plastic tasje of platgetrapte kauwgom te bekennen. Dit bleek de rode draad voor het restant van de week: dit land is ontzettend schoon en gestructureerd, en de bevolking zet collectief zijn beste beentje voor om dat zo te houden. Daar kunnen we in het westen nog iets van leren…

De lunch was goed (het bleek een Chinees restaurant te zijn) en na het bezoeken van de eerste lokale tempel checkten we in in ons hotel. Even opfrissen en de telefoons aan de snellader, en weer door! Onze adviseur Simon was namelijk al een week in Japan en wachtte ons op in de lobby voor het avondprogramma. Dat klinkt heel serieus, maar kwam vooral neer op nog een tempeltje bezoeken en natuurlijk het diner. Op aanraden van Simon streken we neer bij Eureka, een moderne izakaya met zo’n 40 sake’s op glas. Er waren geen zitplekken meer aan de bar (dit restaurant had geen tafels, laat staan stoelen), maar als we het niet erg vonden om te staan waren we meer dan welkom. Wij zijn gelukkig de moeilijkste niet, en voor we het wisten zaten we aan een maïssoepje, red snapper, Japanse oeufs mayonaises, kip karaage, en zo kan ik nog wel even door gaan. En elk gerecht voorzien van een bijpassende sake! De toon was gezet voor de rest van de week.


Aan de bar bij Eureka, geholpen door eigenaresse en sake samurai Marie Chiba.

We besloten terug te lopen. De eerste willekeurige supermarkt doken we in voor een flesje water voor op onze hotelkamer (het Japanse kraanwater kun je drinken, maar heeft vaak een behoorlijk overheersende chloorsmaak). Op het eerste gezicht was dit een doodgewone supermarkt: lokale groenten en fruit, huishoudelijke middelen en wat sake en bier. Totdat we bij de kassa kwamen om af te rekenen: achter de kassa stond een klimaatkast met meerdere jaargangen Domaine de la Romanée-Conti: van La Tâche en Richebourg tot Romanée-St-Vivant en Grands Échézeaux. Bizar! Overigens niet voor supermarktprijzen…

Op de terugweg naar ons hotel werden we overvallen door een serieuze sneeuwbui, waar we nou niet per se op gekleed waren: een kleine 20 uur eerder was het nog een comfortabele 15 graden op Schiphol. We besloten de sneeuwbui uit te zitten in een bar, die er op het eerste gezicht al behoorlijk chique uitzag. Voor de zaterdagavond was het overigens wel opvallend stil: wij waren eigenlijk de enigen, al liepen er wel regelmatig mensen binnen, die dan ook snel weer doorliepen naar een ander deel van deze tent. Na enkele suggestieve vragen aan het adres van onze gastvrouw en ober, werden we wijzer: enerzijds was er in een van de achterkamers een sushi-bar waar een Japanse topchef een pop-up sushibar had geopend, anderzijds waren de rest van de achterkamers bestemd voor gasten die op zoek waren naar vrouwelijk gezelschap. Dat waren wij alle vier niet, en dus dronken we snel ons biertje op en vervolgden onze weg richting het hotel. Gesloopt maar voldaan zochten we ons bed op, met een ochtendwandeling door Tokyo in het vooruitzicht.


Sneeuw!

2日目

Bestaat er een grotere collectieve guilty pleasure dan het ontbijtbuffet? Iets waar iemand het nooit over het heeft of over opschept (pun intended), maar waar je stiekem toch ook naar uitkijkt als je de ontbijtzaal binnenloopt. We kennen ze allemaal: klassiekers als aangelengd roerei uit een pakje, boter uit een plastic bakje waar je nog niet doorheen komt met een drilboor en worstjes die of nog rauw zijn, of te ver doorgebrand. En toch is het antwoord 9 van de 10 keer ‘was prima, hoor!’ op de vraag hoe het ontbijt van het hotel was.

Miso soep met bosui, verse tofu en ingelegde groenten; Japanse curry met daikon en zeewier; op de huid gegrilde makreel en zalm; perfect gegaarde kleefrijst met mirin en sojasaus. Dit was een kleine greep uit het Japanse hotelontbijt, en het was inderdaad net zo lekker als dat het klinkt. En de appelsap! Ja, serieus: de appelsap, daar kan Appelsientje nog een puntje aan zuigen. Geen croissantjes waar je een ruit mee in kan gooien of champignons die langs je vork glijden als je erin probeert te prikken: vers(-bereid) eten bomvol smaak! En voedzaam, want dat was nodig: aan het eind van deze dag zou onze stappenteller op bijna 17.000 stappen eindigen (afhankelijk van de beenlengte; dus Luuk wat minder, Marius wat meer).

Ik zal niet te ver uitweiden over deze dag, want die stond wat minder in het teken van sake: en dat is natuurlijk de reden dat jullie deze lap tekst überhaupt aan het lezen zijn! Simon nam ons mee naar Ginza, de P.C. Hooftstraat van Tokyo. Echter waren we zo vroeg ter plekke (jetlag…) dat er nog geen enkel warenhuis open was. Gelukkig had ik in de metro een stadsgidsje gescoord, waarin een vismarktje stond vermeld die het ontdekken waard zou zijn genaamd Tsukiji. Hoe dichterbij we bij de markt kwamen, hoe groter de mensenmassa werd. De vismarkt was deels overdekt, maar de meeste eettentjes bevonden zich buiten: dat was prima, want de sneeuwbui had inmiddels ruim baan gemaakt voor een blauwe lucht en 16 graden Celsius. Elk tentje had zijn eigen specialiteit, al was maguro (tonijn) de lokale specialiteit. Ook tako (octopus), sake (zalm, geloof het of niet) en unagi (zoetwaterpaling) waarom ruim vertegenwoordigd. Zwaar overdonderd/-prikkeld door het aantal tentjes én de producten, kozen we voor versgemaakte kroepoek met krab, nigiri sushi met verschillende delen van tonijn en unagi-spiesjes.


Versgemaakte kroepoek met krab op de Tsukiji vismarkt.

Inmiddels was Ginza wakker geworden uit zijn slaap, en hadden de warenhuizen hun deuren geopend. We doken linea recta de kelder in van een van de grootste warenhuizen om daar een soort Efteling aan eten en drinken te ontdekken: patisserie, een keurslager, 1.000 verschillende kazen uit net zoveel gebieden, kant- en klaarmaaltijden die met recht een Bib-gourmand overweging waard zouden zijn en een collectie sake (niet de zalm) en wijn waar je u tegen zegt. Het contrast met de rommelige, hutje-mutje vismarkt waar we hadden gelunched kon niet groter zijn, maar de conclusie was eensgezind: Tokyo draait om eten en drinken, en we hoopten natuurlijk dat dat ook zou gelden voor de rest van Japan.

De volgende dag (maandag) stond er een bezoek op het programma bij Endo Brewery in Suzaka, een stad van ruim 50.000 inwoners in de prefectuur Nagano, en dus namen we de Shinkansen (de Japanse equivalent van de Eurostar) naar Nagano-stad. Tijd voor diner: deze izakaya had geen Engels menu, noch Engelstalig personeel, en dus haalden we de Google Translate-app tevoorschijn. Een mix van sashimi, kip, eend en gewokte groenten verscheen ter tonele. Achteraf bleek de sashimi van paard afkomstig te komen; dit blijkt een lokale specialiteit van Nagano. Niet geheel verwacht, maar absoluut van topkwaliteit.


De menukaart van zondagavond.

Met ons eerste brouwerijbezoek in het vooruitzicht, zochten we onze hotelkamers op. De volgende ochtend zouden we onze koffers weer inpakken, en de lokale trein pakken naar Suzaka, waar Hidesaburo Endo van Endo Brewery ons op zou halen.

Even geduld a.u.b.